Woordenlijst
Engels (US) – Werkwoorden oefenen

luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.

werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.

verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.

accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.

importeren
We importeren fruit uit veel landen.

slapen
De baby slaapt.

winnen
Hij probeert te winnen met schaken.

overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.

beginnen
De soldaten beginnen.

gooien
Hij gooit zijn computer boos op de grond.

voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.
