Woordenlijst
Engels (US) – Werkwoorden oefenen
![cms/verbs-webp/44848458.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/44848458.webp)
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
![cms/verbs-webp/112408678.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/112408678.webp)
uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.
![cms/verbs-webp/120978676.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/120978676.webp)
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.
![cms/verbs-webp/116166076.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/116166076.webp)
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.
![cms/verbs-webp/93697965.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/93697965.webp)
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
![cms/verbs-webp/117311654.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/117311654.webp)
dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.
![cms/verbs-webp/99196480.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/99196480.webp)
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
![cms/verbs-webp/38753106.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/38753106.webp)
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.
![cms/verbs-webp/84476170.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/84476170.webp)
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
![cms/verbs-webp/49374196.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/49374196.webp)
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
![cms/verbs-webp/73880931.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/73880931.webp)
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
![cms/verbs-webp/101945694.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/101945694.webp)