Woordenlijst
Engels (UK) – Werkwoorden oefenen

draaien
Je mag naar links draaien.

dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.

langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.

lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.

binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.

garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.

gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.

verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.

sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.

bedekken
Ze bedekt haar haar.

zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.
