Woordenlijst

Engels (UK) – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/116835795.webp
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
cms/verbs-webp/35862456.webp
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
cms/verbs-webp/117311654.webp
dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.
cms/verbs-webp/118780425.webp
proeven
De chef-kok proeft de soep.
cms/verbs-webp/44127338.webp
stoppen
Hij stopte met zijn baan.
cms/verbs-webp/112444566.webp
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.
cms/verbs-webp/94193521.webp
draaien
Je mag naar links draaien.
cms/verbs-webp/115153768.webp
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.
cms/verbs-webp/122290319.webp
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.
cms/verbs-webp/122010524.webp
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.
cms/verbs-webp/5135607.webp
verhuizen
De buurman verhuist.
cms/verbs-webp/106088706.webp
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.