Woordenlijst
Esperanto – Werkwoorden oefenen
![cms/verbs-webp/122398994.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/122398994.webp)
doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!
![cms/verbs-webp/111063120.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/111063120.webp)
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
![cms/verbs-webp/62788402.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/62788402.webp)
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
![cms/verbs-webp/74916079.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/74916079.webp)
aankomen
Hij kwam net op tijd aan.
![cms/verbs-webp/10206394.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/10206394.webp)
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
![cms/verbs-webp/124274060.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/124274060.webp)
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.
![cms/verbs-webp/110775013.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/110775013.webp)
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
![cms/verbs-webp/130814457.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/130814457.webp)
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
![cms/verbs-webp/86196611.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/86196611.webp)
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
![cms/verbs-webp/91367368.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/91367368.webp)
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.
![cms/verbs-webp/6307854.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/6307854.webp)
naar je toekomen
Het geluk komt naar je toe.
![cms/verbs-webp/122010524.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/122010524.webp)