Woordenlijst

Esperanto – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/103797145.webp
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
cms/verbs-webp/95938550.webp
meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.
cms/verbs-webp/121102980.webp
meerijden
Mag ik met je meerijden?
cms/verbs-webp/98060831.webp
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
cms/verbs-webp/123834435.webp
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
cms/verbs-webp/41935716.webp
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.
cms/verbs-webp/44127338.webp
stoppen
Hij stopte met zijn baan.
cms/verbs-webp/61389443.webp
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.
cms/verbs-webp/35862456.webp
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
cms/verbs-webp/31726420.webp
zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.
cms/verbs-webp/118008920.webp
beginnen
School begint net voor de kinderen.
cms/verbs-webp/42111567.webp
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!