Woordenlijst
Esperanto – Werkwoorden oefenen

zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.

wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.

verbonden zijn
Alle landen op aarde zijn met elkaar verbonden.

openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.

voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.

achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.

draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.

melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.

zingen
De kinderen zingen een lied.

failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.

accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
