Woordenlijst
Spaans – Werkwoorden oefenen

missen
Ik zal je zo erg missen!

schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.

stoppen
Hij stopte met zijn baan.

verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!

drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.

bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.

vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.

achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.

aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?

mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.

genieten
Ze geniet van het leven.
