Woordenlijst
Ests – Werkwoorden oefenen

geschikt zijn
Het pad is niet geschikt voor fietsers.

terugkrijgen
Ik kreeg het wisselgeld terug.

naar beneden kijken
Ze kijkt naar beneden het dal in.

terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.

klinken
Haar stem klinkt fantastisch.

binnenkomen
Kom binnen!

voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.

kennen
Ze kent veel boeken bijna uit haar hoofd.

garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.

luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.

doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!
