Woordenlijst
Ests – Werkwoorden oefenen

doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?

knuffelen
Hij knuffelt zijn oude vader.

voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.

veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.

kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.

zich bevinden
Er bevindt zich een parel in de schelp.

testen
De auto wordt in de werkplaats getest.

durven
Ik durf niet in het water te springen.

spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.

annuleren
Het contract is geannuleerd.

opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.
