Woordenlijst
Ests – Werkwoorden oefenen

verdwalen
Mijn sleutel is vandaag verloren gegaan!

uitzoeken
Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.

dienen
Honden dienen graag hun baasjes.

gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.

drinken
Ze drinkt thee.

achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.

houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.

vertellen
Ze vertelt haar een geheim.

verlaten
De man vertrekt.

schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.

uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.
