Woordenlijst

Perzisch – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/93169145.webp
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.
cms/verbs-webp/95190323.webp
stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.
cms/verbs-webp/130814457.webp
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
cms/verbs-webp/65915168.webp
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.
cms/verbs-webp/113418367.webp
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
cms/verbs-webp/33564476.webp
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.
cms/verbs-webp/132030267.webp
consumeren
Ze consumeert een stukje taart.
cms/verbs-webp/120509602.webp
vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!
cms/verbs-webp/23257104.webp
duwen
Ze duwen de man het water in.
cms/verbs-webp/91643527.webp
vastzitten
Ik zit vast en kan geen uitweg vinden.
cms/verbs-webp/79317407.webp
bevelen
Hij beveelt zijn hond.
cms/verbs-webp/36190839.webp
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.