Woordenlijst

Fins – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/99602458.webp
beperken
Moet handel worden beperkt?
cms/verbs-webp/119747108.webp
eten
Wat willen we vandaag eten?
cms/verbs-webp/120193381.webp
trouwen
Het stel is net getrouwd.
cms/verbs-webp/80116258.webp
evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.
cms/verbs-webp/102304863.webp
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
cms/verbs-webp/32180347.webp
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!
cms/verbs-webp/120200094.webp
mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.
cms/verbs-webp/108350963.webp
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.
cms/verbs-webp/121264910.webp
snijden
Voor de salade moet je de komkommer snijden.
cms/verbs-webp/23258706.webp
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
cms/verbs-webp/86710576.webp
vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.
cms/verbs-webp/116166076.webp
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.