Woordenlijst
Fins – Werkwoorden oefenen
![cms/verbs-webp/93150363.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/93150363.webp)
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
![cms/verbs-webp/111792187.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/111792187.webp)
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
![cms/verbs-webp/18316732.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/18316732.webp)
doorrijden
De auto rijdt door een boom.
![cms/verbs-webp/10206394.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/10206394.webp)
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
![cms/verbs-webp/62788402.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/62788402.webp)
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
![cms/verbs-webp/94909729.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/94909729.webp)
wachten
We moeten nog een maand wachten.
![cms/verbs-webp/27564235.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/27564235.webp)
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.
![cms/verbs-webp/110045269.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/110045269.webp)
voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.
![cms/verbs-webp/87317037.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/87317037.webp)
spelen
Het kind speelt liever alleen.
![cms/verbs-webp/83661912.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/83661912.webp)
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
![cms/verbs-webp/118868318.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/118868318.webp)
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
![cms/verbs-webp/91997551.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/91997551.webp)