Woordenlijst
Fins – Werkwoorden oefenen
![cms/verbs-webp/47225563.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/47225563.webp)
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
![cms/verbs-webp/120655636.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/120655636.webp)
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.
![cms/verbs-webp/102168061.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/102168061.webp)
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
![cms/verbs-webp/40946954.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/40946954.webp)
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
![cms/verbs-webp/122789548.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/122789548.webp)
geven
Wat heeft haar vriend haar voor haar verjaardag gegeven?
![cms/verbs-webp/68841225.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/68841225.webp)
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
![cms/verbs-webp/65840237.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/65840237.webp)
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
![cms/verbs-webp/100011426.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/100011426.webp)
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
![cms/verbs-webp/71991676.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/71991676.webp)
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.
![cms/verbs-webp/93792533.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/93792533.webp)
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
![cms/verbs-webp/28642538.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/28642538.webp)
laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.
![cms/verbs-webp/119335162.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/119335162.webp)