Woordenlijst
Fins – Werkwoorden oefenen

luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.

sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.

stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.

staan
De bergbeklimmer staat op de top.

publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.

opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!

achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.

eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.

gebruiken
Ze gebruikt dagelijks cosmetische producten.

bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.

doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
