Woordenlijst
Frans – Werkwoorden oefenen

brengen
De koerier brengt een pakketje.

bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?

doden
Ik zal de vlieg doden!

worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.

wandelen
Hij wandelt graag in het bos.

verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.

serveren
De ober serveert het eten.

gaan
Waar gaan jullie beiden heen?

duwen
Ze duwen de man het water in.

vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.

vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.
