Woordenlijst
Frans – Werkwoorden oefenen

vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.

vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.

bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.

terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.

samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.

weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.

worden
Ze zijn een goed team geworden.

onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.

negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.

sturen
Hij stuurt een brief.

nemen
Ze moet veel medicatie nemen.
