Woordenlijst
Frans – Werkwoorden oefenen

hangen
De hangmat hangt aan het plafond.

afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.

weigeren
Het kind weigert zijn eten.

beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.

samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.

produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.

missen
Ik zal je zo erg missen!

vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.

voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.

verwachten
Mijn zus verwacht een kind.

geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
