Woordenlijst
Hebreeuws – Werkwoorden oefenen

denken
Ze moet altijd aan hem denken.

bezoeken
Een oude vriend bezoekt haar.

voelen
Hij voelt zich vaak alleen.

vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!

stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.

vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.

sturen
Ik stuur je een brief.

genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.

beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.

weglopen
Sommige kinderen lopen van huis weg.

wassen
De moeder wast haar kind.
