Woordenlijst
Hebreeuws – Werkwoorden oefenen

vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.

plezier hebben
We hebben veel plezier gehad op de kermis!

aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?

sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.

liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.

bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.

investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?

veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.

opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.

sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.

negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
