Woordenlijst
Hebreeuws – Werkwoorden oefenen

produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.

openen
Het kind opent zijn cadeau.

omarmen
De moeder omarmt de kleine voetjes van de baby.

begeleiden
De hond begeleidt hen.

uitkomen
Wat komt er uit het ei?

bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.

opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.

zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.

wassen
De moeder wast haar kind.

stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.

bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.
