Woordenlijst
Hebreeuws – Werkwoorden oefenen

vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.

bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.

verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.

veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.

genieten
Ze geniet van het leven.

inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.

oogsten
We hebben veel wijn geoogst.

vermijden
Ze vermijdt haar collega.

vermijden
Hij moet noten vermijden.

durven
Ik durf niet in het water te springen.

kijken
Ze kijkt door een gat.
