Woordenlijst

होना

अंतिम संस्कार परसों हुआ।

hona

antim sanskaar parason hua.

plaatsvinden

De begrafenis vond eergisteren plaats.

समाप्त होना

यह मार्ग यहाँ समाप्त होता है।

samaapt hona

yah maarg yahaan samaapt hota hai.

eindigen

De route eindigt hier.

अभ्यास करना

महिला योग अभ्यास करती है।

abhyaas karana

mahila yog abhyaas karatee hai.

oefenen

De vrouw beoefent yoga.

मोड़ना

वह मांस को मोड़ती है।

modana

vah maans ko modatee hai.

draaien

Ze draait het vlees.

माफ़ी मांगना

मैं उसे उसके क़र्ज़ माफ़ी मांगता हूँ।

maafee maangana

main use usake qarz maafee maangata hoon.

vergeven

Ik vergeef hem zijn schulden.

मूल्यांकन करना

वह कंपनी की प्रदर्शन का मूल्यांकन करता है।

moolyaankan karana

vah kampanee kee pradarshan ka moolyaankan karata hai.

evalueren

Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.

पहुंचना

हम इस स्थिति में कैसे पहुंचे?

pahunchana

ham is sthiti mein kaise pahunche?

terechtkomen

Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?

बनाना

हम मिलकर एक अच्छी टीम बनाते हैं।

banaana

ham milakar ek achchhee teem banaate hain.

vormen

We vormen samen een goed team.

जाना

यहाँ जो झील थी वह कहाँ गई?

jaana

yahaan jo jheel thee vah kahaan gaee?

gaan

Waar is het meer dat hier was heengegaan?

स्पष्ट देखना

मैं अपने नए चश्मे के माध्यम से सब कुछ स्पष्ट देख सकता हूँ।

spasht dekhana

main apane nae chashme ke maadhyam se sab kuchh spasht dekh sakata hoon.

duidelijk zien

Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.

समृद्ध करना

मसाले हमारे भोजन को समृद्ध करते हैं।

samrddh karana

masaale hamaare bhojan ko samrddh karate hain.

verrijken

Specerijen verrijken ons eten.

खोजना

जो आप नहीं जानते, उसे खोजना होता है।

khojana

jo aap nahin jaanate, use khojana hota hai.

opzoeken

Wat je niet weet, moet je opzoeken.