Woordenlijst
Hindi – Werkwoorden oefenen

bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?

stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.

op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.

stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.

naar beneden kijken
Ze kijkt naar beneden het dal in.

bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.

weigeren
Het kind weigert zijn eten.

vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.

instellen
Je moet de klok instellen.

wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.

vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
