Woordenlijst
Hindi – Werkwoorden oefenen

kussen
Hij kust de baby.

trainen
De hond wordt door haar getraind.

protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.

vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!

duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.

vertrekken
Het schip vertrekt uit de haven.

publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.

aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.

gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.

missen
Hij miste de kans op een doelpunt.

bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
