Woordenlijst
Hindi – Werkwoorden oefenen

wachten
We moeten nog een maand wachten.

samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.

rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.

uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.

begeleiden
De hond begeleidt hen.

beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.

slapen
De baby slaapt.

wonen
Ze wonen in een gedeeld appartement.

ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.

schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!

slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
