Woordenlijst
Hindi – Werkwoorden oefenen

sturen
Ik stuur je een brief.

bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!

vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.

verdwalen
Mijn sleutel is vandaag verloren gegaan!

studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.

beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.

spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.

oprapen
We moeten alle appels oprapen.

aanraken
Hij raakte haar teder aan.

tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.
