Woordenlijst

Hindi – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/109657074.webp
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
cms/verbs-webp/93792533.webp
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
cms/verbs-webp/77581051.webp
aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?
cms/verbs-webp/105785525.webp
op handen zijn
Een ramp is op handen.
cms/verbs-webp/92266224.webp
uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.
cms/verbs-webp/106997420.webp
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.
cms/verbs-webp/89025699.webp
dragen
De ezel draagt een zware last.
cms/verbs-webp/43483158.webp
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
cms/verbs-webp/79322446.webp
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
cms/verbs-webp/118861770.webp
bang zijn
Het kind is bang in het donker.
cms/verbs-webp/122394605.webp
vervangen
De automonteur vervangt de banden.
cms/verbs-webp/121264910.webp
snijden
Voor de salade moet je de komkommer snijden.