Woordenlijst
Kroatisch – Werkwoorden oefenen

tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.

zingen
De kinderen zingen een lied.

produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.

imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.

achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.

corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.

evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.

bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.

lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.

bedekken
Het kind bedekt zichzelf.

zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.
