Woordenlijst
Kroatisch – Werkwoorden oefenen

uitsluiten
De groep sluit hem uit.

handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.

voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.

pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.

draaien
Je mag naar links draaien.

eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.

begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!

ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.

uitspringen
De vis springt uit het water.

winnen
Hij probeert te winnen met schaken.

verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.
