Woordenlijst
Kroatisch – Werkwoorden oefenen

opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.

langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.

sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.

helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.

wakker worden
Hij is net wakker geworden.

corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.

rennen
De atleet rent.

beginnen
De soldaten beginnen.

teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.

verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.

wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.
