Woordenlijst

Hongaars – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/93697965.webp
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
cms/verbs-webp/114231240.webp
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
cms/verbs-webp/43956783.webp
weglopen
Onze kat is weggelopen.
cms/verbs-webp/55372178.webp
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.
cms/verbs-webp/125385560.webp
wassen
De moeder wast haar kind.
cms/verbs-webp/86583061.webp
betalen
Ze betaalde met een creditcard.
cms/verbs-webp/23468401.webp
verloven
Ze hebben stiekem verloofd!
cms/verbs-webp/96628863.webp
sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.
cms/verbs-webp/112286562.webp
werken
Ze werkt beter dan een man.
cms/verbs-webp/104476632.webp
afwassen
Ik hou niet van afwassen.
cms/verbs-webp/103797145.webp
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
cms/verbs-webp/31726420.webp
zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.