Woordenlijst
Indonesisch – Werkwoorden oefenen

schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.

geschikt zijn
Het pad is niet geschikt voor fietsers.

vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.

veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.

voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.

wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.

voltooien
Kun je de puzzel voltooien?

moeten
Men zou veel water moeten drinken.

bereiden
Ze bereidde hem groot plezier.

ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.

kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.
