Woordenlijst
Indonesisch – Werkwoorden oefenen

binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.

afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.

sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.

houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.

luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.

kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.

controleren
De monteur controleert de functies van de auto.

teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.

annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.

onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.

begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
