Woordenlijst
Indonesisch – Werkwoorden oefenen

rennen
De atleet rent.

vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.

verhuren
Hij verhuurt zijn huis.

controleren
De monteur controleert de functies van de auto.

herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.

terugkrijgen
Ik kreeg het wisselgeld terug.

rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.

stoppen
De vrouw stopt een auto.

belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.

bereiden
Ze bereidde hem groot plezier.

trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
