Woordenlijst
Italiaans – Werkwoorden oefenen

doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?

haten
De twee jongens haten elkaar.

een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!

terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.

bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?

leiden
Hij leidt het meisje bij de hand.

verdwalen
Ik ben onderweg verdwaald.

werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.

out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.

stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.

bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.
