Woordenlijst
Italiaans – Werkwoorden oefenen

beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.

omgaan
Men moet met problemen omgaan.

stoppen
De agente stopt de auto.

belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.

vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.

begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.

bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?

begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!

verloven
Ze hebben stiekem verloofd!

nemen
Ze moet veel medicatie nemen.

hangen
IJsspegels hangen van het dak.
