Woordenlijst
Italiaans – Werkwoorden oefenen

ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.

duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.

terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?

volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.

becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.

kopen
Ze willen een huis kopen.

uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.

instellen
Je moet de klok instellen.

bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?

corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.

aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
