Woordenlijst

存在する

恐竜は今日ではもう存在しません。

Sonzai suru

kyōryū wa kyōde wa mō sonzai shimasen.

bestaan

Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.

答える

生徒は質問に答えます。

Kotaeru

seito wa shitsumon ni kotaemasu.

antwoorden

De student beantwoordt de vraag.

開ける

子供が彼のプレゼントを開けている。

Akeru

kodomo ga kare no purezento o akete iru.

openen

Het kind opent zijn cadeau.

順番が来る

待ってください、もうすぐ順番が来ます！

Junban ga kuru

mattekudasai, mōsugu junban ga kimasu!

aan de beurt komen

Even wachten, je komt zo aan de beurt!

はまっている

はまっていて、出口が見つかりません。

Hamatte iru

hamatte ite, deguchi ga mitsukarimasen.

vastzitten

Ik zit vast en kan geen uitweg vinden.

十分である

もう十分、うるさいです！

Jūbundearu

mō jūbun, urusaidesu!

genoeg zijn

Dat is genoeg, je irriteert!

集める

言語コースは世界中の学生を集めます。

Atsumeru

gengo kōsu wa sekaijū no gakusei o atsumemasu.

samenbrengen

De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.

経る

中世の時代は経ちました。

Heru

chūsei no jidai wa tachimashita.

voorbijgaan

De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.

鳴る

鐘が鳴っているのが聞こえますか？

Naru

kane ga natte iru no ga kikoemasu ka?

rinkelen

Hoor je de bel rinkelen?

輸入する

私たちは多くの国から果物を輸入します。

Yunyū suru

watashitachi wa ōku no kuni kara kudamono o yunyū shimasu.

importeren

We importeren fruit uit veel landen.

破壊する

トルネードは多くの家を破壊します。

Hakai suru

torunēdo wa ōku no ie o hakai shimasu.

vernielen

De tornado vernielt veel huizen.

はっきりと言う

彼女は友達にはっきりと言いたいと思っています。

Hakkiri to iu

kanojo wa tomodachi ni hakkiri to iitai to omotte imasu.

uitspreken

Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.