Woordenlijst
Japans – Werkwoorden oefenen

accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.

aannemen
De sollicitant werd aangenomen.

voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.

bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!

eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.

gaan
Waar gaan jullie beiden heen?

verantwoordelijk zijn voor
De arts is verantwoordelijk voor de therapie.

spellen
De kinderen leren spellen.

ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.

uitgaan
Ze stapt uit de auto.

toestaan
Men mag depressie niet toestaan.
