Woordenlijst
Japans – Werkwoorden oefenen

verrijken
Specerijen verrijken ons eten.

deelnemen
Hij neemt deel aan de race.

genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.

corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.

schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.

liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.

voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.

kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.

verloven
Ze hebben stiekem verloofd!

out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.

rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
