Woordenlijst
Kazachs – Werkwoorden oefenen

opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.

genoeg zijn
Dat is genoeg, je irriteert!

tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!

oefenen
Hij oefent elke dag met zijn skateboard.

schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.

teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.

bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.

wonen
Ze wonen in een gedeeld appartement.

openen
Kun je dit blikje voor me openen?

duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.

kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.
