Woordenlijst
Kazachs – Werkwoorden oefenen

verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.

uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!

annuleren
Het contract is geannuleerd.

trouwen
Het stel is net getrouwd.

wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.

failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.

walgen van
Ze walgde van spinnen.

overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!

achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.

parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.

eisen
Hij eist compensatie.
