Woordenlijst
Kazachs – Werkwoorden oefenen

willen
Hij wil te veel!

uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.

ter beschikking hebben
Kinderen hebben alleen zakgeld ter beschikking.

vaststellen
De datum wordt vastgesteld.

vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.

weglopen
Sommige kinderen lopen van huis weg.

beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?

verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.

trekken
Hij trekt de slee.

doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!

wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
