Woordenlijst
Kazachs – Werkwoorden oefenen

leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.

bedekken
Het kind bedekt zichzelf.

vragen
Hij vraagt haar om vergeving.

bedekken
Het kind bedekt zijn oren.

volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.

wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.

accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.

gooien
Hij gooit zijn computer boos op de grond.

verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.

kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.

begrijpen
Ik begreep eindelijk de taak!
