Woordenlijst
Kannada – Werkwoorden oefenen

verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.

voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.

begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.

gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.

schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.

huilen
Het kind huilt in het bad.

brengen
De koerier brengt een pakketje.

vertrekken
De trein vertrekt.

herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.

overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?

onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
