Woordenlijst
Kannada – Werkwoorden oefenen

schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.

weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.

besmet raken
Ze raakte besmet met een virus.

hangen
De hangmat hangt aan het plafond.

inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.

rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.

terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.

verbranden
Je moet geen geld verbranden.

ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.

denken
Ze moet altijd aan hem denken.

verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
