Woordenlijst
Koreaans – Werkwoorden oefenen

vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.

repareren
Hij wilde de kabel repareren.

stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.

tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.

nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.

samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.

aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?

benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.

nemen
Ze moet veel medicatie nemen.

verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.

vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.
