Woordenlijst
Koerdisch (Kurmanji) – Werkwoorden oefenen

bedekken
Het kind bedekt zichzelf.

ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.

beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?

ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.

vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.

instellen
Je moet de klok instellen.

uitspringen
De vis springt uit het water.

verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.

aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?

trekken
Hij trekt de slee.

uitgaan
Ze stapt uit de auto.
