Woordenlijst
Litouws – Werkwoorden oefenen

parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.

afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.

verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.

arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.

eten
Wat willen we vandaag eten?

bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.

overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.

lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.

bidden
Hij bidt in stilte.

bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.

zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
