Woordenlijst
Litouws – Werkwoorden oefenen

schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.

schrijven
Hij schrijft een brief.

beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?

elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.

thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!

huilen
Het kind huilt in het bad.

doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.

leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.

raden
Je moet raden wie ik ben!

garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.

verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.
