Woordenlijst
Litouws – Werkwoorden oefenen

voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.

bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.

schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.

zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.

geïnteresseerd zijn
Ons kind is erg geïnteresseerd in muziek.

rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.

verdenken
Hij verdenkt dat het zijn vriendin is.

ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.

wassen
De moeder wast haar kind.

een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.

bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
