Woordenlijst

Litouws – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/99725221.webp
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
cms/verbs-webp/70055731.webp
vertrekken
De trein vertrekt.
cms/verbs-webp/91930309.webp
importeren
We importeren fruit uit veel landen.
cms/verbs-webp/41935716.webp
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.
cms/verbs-webp/130288167.webp
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
cms/verbs-webp/100298227.webp
knuffelen
Hij knuffelt zijn oude vader.
cms/verbs-webp/96571673.webp
schilderen
Hij schildert de muur wit.
cms/verbs-webp/83636642.webp
slaan
Ze slaat de bal over het net.
cms/verbs-webp/63868016.webp
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
cms/verbs-webp/108295710.webp
spellen
De kinderen leren spellen.
cms/verbs-webp/109071401.webp
omarmen
De moeder omarmt de kleine voetjes van de baby.
cms/verbs-webp/92207564.webp
rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.