Woordenlijst
Litouws – Werkwoorden oefenen

meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.

denken
Ze moet altijd aan hem denken.

zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.

aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!

verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.

bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.

schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!

bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.

mengen
Ze mengt een vruchtensap.

sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.

werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
