Woordenlijst
Litouws – Werkwoorden oefenen

belonen
Hij werd beloond met een medaille.

weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.

terugvinden
Na de verhuizing kon ik mijn paspoort niet meer terugvinden.

vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.

vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.

verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.

openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.

bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.

rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.

vaststellen
De datum wordt vastgesteld.

schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
