Woordenlijst
Lets – Werkwoorden oefenen

overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.

trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.

mengen
De schilder mengt de kleuren.

zien
Je kunt beter zien met een bril.

beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.

overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.

uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.

sterven
Veel mensen sterven in films.

thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!

achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.

begrijpen
Ik begreep eindelijk de taak!
