Woordenlijst
Lets – Werkwoorden oefenen
![cms/verbs-webp/104167534.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/104167534.webp)
bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.
![cms/verbs-webp/111750395.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/111750395.webp)
teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.
![cms/verbs-webp/120624757.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/120624757.webp)
wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
![cms/verbs-webp/118861770.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/118861770.webp)
bang zijn
Het kind is bang in het donker.
![cms/verbs-webp/79322446.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/79322446.webp)
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
![cms/verbs-webp/80325151.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/80325151.webp)
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.
![cms/verbs-webp/123844560.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/123844560.webp)
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
![cms/verbs-webp/41935716.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/41935716.webp)
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.
![cms/verbs-webp/124274060.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/124274060.webp)
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.
![cms/verbs-webp/47241989.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/47241989.webp)
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
![cms/verbs-webp/123203853.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/123203853.webp)
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
![cms/verbs-webp/117890903.webp](https://www.50languages.com/storage/cms/verbs-webp/117890903.webp)