Woordenlijst
Macedonisch – Werkwoorden oefenen

verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.

voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.

aannemen
De sollicitant werd aangenomen.

kijken
Ze kijkt door een gat.

onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.

bedekken
Ze bedekt haar haar.

verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.

sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.

brengen
De koerier brengt een pakketje.

draaien
Je mag naar links draaien.

kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.
