Woordenlijst
Macedonisch – Werkwoorden oefenen

controleren
De tandarts controleert de tanden.

opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.

kussen
Hij kust de baby.

bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.

veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.

verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.

weigeren
Het kind weigert zijn eten.

overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?

ondersteunen
We ondersteunen de creativiteit van ons kind.

weglopen
Onze kat is weggelopen.

uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.
